De Hongerwinter in Nederland was de winter aan het eind van de Tweede Wereldoorlog van 1944 tot 1945 met een grote schaarste aan voedsel en brandstof. Hij leidde, met name in de steden van West-Nederland, tot een grote hongersnood. Minstens zeventigduizend mensen kwamen er om het leven door honger en kou.
Oorzaken van de schaarste.
De voedselschaarste in het westen van Nederland werd achteraf officieel beschouwd als een gevolg van drie factoren:
- Door de bevrijding van zuidelijk Nederland was er geen aanvoer van steenkool uit de Limburgse mijnen meer mogelijk. In Nederland was steenkool noodzakelijk het warm stoken van de huizen, maar ook voor het opwekken van elektriciteit en daarmee ook het aandrijven van de gemalen. Omdat de gemalen niet meer werkten, werd het water niet meer weggepompt van de akkers, waardoor de teelt van groenten in het Westen van het land letterlijk in het water verrotte. De kou van die winter, het gebrek aan hout om de huizen warm te houden, en het gebrek aan voedsel, leidde tot ziektes als dysenterie en difterie, waar vele ouderen en kinderen aan stierven.
- De regeringsopdracht voor de Algemene Spoorwegstaking in 1944, afgekondigd op 17 september door de Nederlandse regering in Londen. Deze spoorwegstaking zorgde er voor dat niet alleen er geen aanvoer van eten uit het Oosten en Noorden van het land meer mogelijk was, maar ook dat 30.000 treinpersoneel moest onderduiken en daarmee een extra druk legden op de noodvoedselvoorziening. De Duitsers hadden na twee weken voor zichzelf de treinverbinding weer redelijk op orde, met Nederlands treinpersoneel dat sympathiseerde met de Duitsers.
- De represailles waarmee de Duitse bezetter reageerde op de staking: Voor een periode van zes weken werd het vervoer van voedsel naar het westen geblokkeerd; relatief eenvoudig, door blokkades op te werpen bij de Afsluitdijk, de bruggen over de IJssel en de Friese/Overijsselse IJsselmeerhavens en het niet meer afgeven van transportvergunningen. In deze strenge winter vroor het IJsselmeer vrij snel dicht door het gebrek aan boten, die de vaarroutes open hielden. Na deze blokkade moest men dus wachten op de dooi, voordat er weer schepen over het IJsselmeer konden. Dit veroorzaakte in West-Nederland een hongersnood van catastrofale omvang. (uit wikipedia juni 2021)
Onderzoek door de auteur, in opdracht van een van de hongerwinterkinderen die op transport was gezet, Dirk van Reenen, levert echter slechts 1 duidelijk aanwijsbare oorzaak aan: de regering van Nederland in ballingschap die de Spoorwegstaking liet doorgaan nadat duidelijk was dat deze geen enkel effect had op de bezetters. Punten 1 en 3 hebben dit effect vergroot en het leed verergerd.
In het document “Achtergronden Hongerwinter” is hierover meer te lezen.
